Inleiding
Laat me eerst even recapituleren. Waarom deze verbale aanval? Welnu, die is bedoeld om het voortschrijdende verval van ons politieke systeem te stoppen en om te keren. Omkeren in de zin van toewerken naar een Tweede Kamer van een uitzonderlijk hoog niveau vergeleken bij de personen die er in de loop van jaren zijn ingestroomd; mensen zonder besef van de grondslagen van het politieke ambt, het belangrijkste ambt ter wereld.
In Aanval (1) schetste ik dat kort tegen de achtergrond van mijn analyses van dat verval sinds de jaren zeventig. Een chaotisering van ons politieke stelsel dat het Recht, de RechtMatigheid en de RechtVaardigheid als bouwstenen van RechtsStatelijkheid verkwanselde ten gunste van behoud van politieke macht binnen een politiek monopolie sinds medio jaren zeventig tot aan de kabinetscrisis van 2023.
In Aanval (2a) begon ik met de beschrijving van het eerste van drie boeken, 92 Stellingen over Rechtvaardigheid van emeritus hoogleraar Frans Tonnaer. Ik gebruikte dat boek om een groot aantal Instituties van ons land uit te dagen zich rekenschap te geven van een of meer van die Stellingen. Daarmee gaf ik antwoord op de vraag: Wie zou mij moeten volgen in de aanval? Die Instituties dus.
Als u de deze eerste twee verbale aanvallen hebt gemist kunt u ze terugzien via deze link: https://www.iustitiascripta.com/post/ik-val-aan-volg-mij-2a-wie-moet-mij-volgen.
Nu dan nummer (2b). De bespreking van een boek van Peter Hovens. Een zeer grondige analyse van het verval van het zogeheten ‘Huis van Thorbecke’, een metafoor voor het huis van de Staat.
Boek van Peters Hovens
Bestuurskundige Peter Hovens, met een uitgebreide ervaring als ambtenaar, consultant en politiek-bestuurder schrijft in zijn ‘Woord Vooraf’ het volgende:
“Over het gedrag van politieke leiders gesproken. Een onderzoek van de Universiteit Utrecht [Leonie Heres e.a. 2023] naar de sociale veiligheid in de Tweede Kamer toont aan dat sociale veiligheid en rechtszekerheid onvoldoende zijn geborgd. Wie staat er boven de Tweede Kamer om dit gedrag te corrigeren? Niemand. Juist. Daarom moeten volksvertegenwoordigers intrinsiek gemotiveerd zijn om zich fatsoenlijk te gedragen. Selectieprocedures van politieke partijen voorzien hier niet in. Dat is bittere noodzaak. Immers, zo staat in het aangehaalde rapport: ”De Tweede Kamer heeft een essentiële voorbeeldfunctie richting de samenleving. En de waardigheid van het parlement is van belang voor het vertrouwen van burgers. (…) Met het aanvaarden van hun machtspositie, aanvaarden Kamerbewoners dus ook de grote verantwoordelijkheid om op zorgvuldige, waardige manier met die macht en invloed om te gaan.”
Hiermee sluit Hovens’ boek naadloos aan op mijn boek van april 2023 over de noodzaak om eisen te gaan stellen aan de bekwaamheid en geschiktheid van politieke ambtsdragers.
Zoals u wellicht opmerkte heb ik bij de toepassing van Tonnaers boek de politieke partijen niet aangemerkt als Institutie. Reden: ze zijn leeg; ze hebben allang geen politiek-maatschappelijke betekenis meer. Ik motiveer dat door te beschrijven hoe het politiek monopolie van CDA en VVD vanaf medio jaren zeventig – met het stijgende bederf als eigenschap van elk monopolie - bij de verkiezingen van 22 november 2023 aanzienlijk verlies leed. De VVD verloor 9 zetels en het CDA 5. Tekenen van hun bedorven verantwoordelijk voor wie ze kandidaat stellen voor de Tweede Kamer.
Dus hen treft alle blaam voor het disfunctioneren van die Kamer. In “IK VAL AAN, VOLG MIJ (3): HOE MOET JE DAT ORGANISEREN? kom ik terug op de rol, taak en verantwoordelijkheid van politieke partijen.
Hovens heeft zich toegelegd op een adembenemende beschrijving van de erbarmelijke staat van de Staat, gebruikmakend van de bekende metafoor ‘Huis van Thorbecke’. Medio 19e eeuw ontwierp de staatsman Thorbecke onze gedecentraliseerde eenheidsstaat, met een Grondwet (1848), die overigens pas in 1868 in volle omvang door Koning en Parlement werd begrepen en aanvaard. Dat stelsel verstaan we onder dat ‘Huis’.
Die metafoor is een dankbaar object om Hovens’ boek te omschrijven als een catalogus van drie tekortkomingen van dat ‘Huis’:
1. Na ruim 170 jaar zijn er zoveel nieuwe ontwikkelingen geweest die erop duiden dat het ‘Huis’ - om het een bewoonbaar, duurzaam ‘Huis’ te kunnen noemen een aantal aspecten node mist. Het wordt tijd voor een verantwoorde verbouwing waarbij Hovens zich opwerp als architect. Ik voeg daaraan toe dat het mijns inziens de eerder genoemde Instituties zijn, die als aannemers moeten gaan fungeren. Extra werk dus.
2. Hovens schetst een aantal aspecten van het Huis van Thorbecke die er weliswaar terecht in staan, maar die aanpassing of opwaardering vereisen.
3. Voorts noemt hij een aantal aspecten die niet (langer) juist zijn en daarom uit het ‘Huis’ verwijderd moeten worden.
Ik ga niet alles beschrijven en maak een selectie. Maar laat duidelijk zijn dat als de in Aanval (2a) genoemde Instituties niet met de grootst mogelijke spoed, vakmanschap, toewijding én gedurfd/onorthodox ook de verbouwing van het ‘Huis van Thorbecke' aanvangen - naast reageren op de Stellingen van Tonnaer – dan dwingt de metafoor tot de voorspelling dat het ‘Huis van Thorbecke’ een onbewoonbaarverklaring te wachten staat en er daarna alleen nog ratten in dat ‘Huis’ wonen. Weimar 2.0 – een politiek-bestuurlijk vacuüm, gevuld door een fascistisch regime - staat op dit moment niet alleen in Duitsland, maar ook op onze drempel. Het boek van Hovens is een buitengewoon belangrijke agenda voor het wegwerken van vele jaren achterstallig onderhoud van het ‘Huis van Thorbecke.’
Ik volg nu zo goed mogelijk het onderscheid tussen aspecten die er volgens Hovens nog niet in dat ‘Huis’ zijn, aspecten die aanpassing vereisen en aspecten die eruit verwijderd moeten worden.
SamenWereld als verbinding tussen Leefwereld en Systeemwereld
Een van de bekendste wetenschappelijke bijdragen van Jürgen Habermas - Duits filosoof en socioloog - is het onderscheid tussen de Leefwereld van de burgers en de Systeemwereld van de overheid. Met gebruikmaking van concepten uit zowel politieke filosofie als rechtsfilosofie (waaronder ethiek, moraliteit, communicatie, politiek en recht) stelt Habermas vast dat die Systeemwereld van overheden de Leefwereld van burgers heeft overvleugeld. Die zijn de weg kwijtgeraakt.
Hovens creëert een vernieuwing in die dichotomie tussen Leefwereld en Systeemwereld door er een verbinding aan toe te voegen in de vorm van het begrip SamenWereld. Habermas spreekt weliswaar over Samenleving, maar Hovens is consequenter door het woord ‘Samen’ te verbinden met de twee woorden ‘Wereld’ waardoor beter kan worden begrepen dat de Leefwereld van de burgers op gelijke voet staat, moet staan, met die van de Systeemwereld van de overheden. Met de toevoeging ‘Samen’ wordt een balans duidelijk in die zin dat wederzijds geen overvleugeling kan en mag bestaan.
Tot dat doel – dus voor de inhoud van SamenWereld als balans – hanteert hij als belangrijkste bouwstenen de begrippen Volkssoevereiniteit, Sociaal Contract en Rechtvaardigheid. Met de eerste twee blijft Hovens in het domein van de politieke filosofie. Met de derde bouwsteen – rechtvaardigheid – betreedt hij het recht en de rechtsfilosofie. Dat sluit dus niet alleen aan op het werk van Tonnaer, maar ook bij Recht-RechtMatigheid-RechtVaardigheid die ik in Aanval (1)[1] zie als de drie-eenheid die de RechtsStatelijkheid vorm en inhoud geeft.
Hovens identificeert niet wie de SamenWereld is, dus niet uit welke personen of instanties die bestaat of zou moeten bestaan. Daarom neem ik de vrijheid om als SamenWereld te identificeren alle Instituties die ik noemde bij de toepassing van het boek van Tonnaer. Zij, die Instituties, vormen de SamenWereld. Gedreven door een grondplicht staan zij aan de lat om door hun beleving van Recht, RechtMatigheid en RechtVaardigheid als bouwstenen van RechtsStatelijkheid niet alleen toepassing te geven aan de Stellingen en Rechtsbeginselen uit Tonnaers boek, maar ze moeten daarmee als SamenWereld tevens de verbindende schakel vormen tussen de Leefwereld van de burgers en de Systeemwereld van de overheden, zoals Hovens die verbinding ziet en waarmee hij aan het concept van Habermas een vernieuwende aanvulling geeft binnen het Huis van Thorbecke. Hier vloeien dus de boeken van Tonnaer, Hovens en van mij samen. Deze eigen invulling van wie en wat de SamenWereld is – de Instituties en niet de Politieke Partijen – zal ik in Aanval (3) nader bespreken als ik de rol van de politieke partijen in de wederopbouw van ons politieke systeem bespreek.
Een verkenning over de vraag: wat is er allemaal aan de hand?
Na een betoog:
(a) over de gevaren die onze democratische rechtsstaat bedreigen,
(b) onder verwijzing naar het indrukwekkende werk van Herman Tjeenk Willink – ook een roepende in de woestijn,
(c) en enkele pittige citaten van de leiding van zowel de Raad van State, de Algemene Rekenkamer en de Nationale Ombudsman - een aansluiting bij de eerder genoemde Instituties van de Hoge Colleges van Staat,
stelt Hovens de vraag “Gaat er überhaupt nog wel wat goed in ons land?”, om die vervolgens te beantwoorden met “Nee”, waarna de vraag volgt: “Is het tij nog te keren en hoe dan?”.
Zijn ‘Nee’ motiveert hij met een beschrijving van:
(a) De onevenwichtige verhouding tussen de drie staatsmachten (= de horizontale machtenscheiding van de trias politica), waarbij Charles de Montesquieu aan de orde komt.
(b) De troebele verdeling van de verantwoordelijkheden over de verschillende lagen van de overheid: het rijk, de provincies gemeenten en waterschappen (= de verticale machtenscheiding), waarbij hij aandacht schenkt aan het subsidiariteitsbeginsel, inhoudend dat men taken moet laten uitvoeren door de laag die daartoe het meest geschikt is.
(c) Een dramatische verslechtering (in de zin van de voorbeeldfunctie) van de politieke cultuur, waarbij Hovens een toepasselijk citaat plaatst van Niccolò Machiavelli, luidend: “Laat vorsten niet jammeren over deze of gene wandaad van het volk waarover zij regeren, want zo’n wandaad is óf te wijten aan hun eigen nalatigheid óf een uitvloeisel van soortgelijke wandaden waaraan zij zichzelf hebben bezondigd.” Met deze verwijzing naar de voorbeeldfunctie was Machiavelli toen al sociaal psycholoog en psychoanalyticus.
(d) De toenemende vervreemding/afkeer van de politiek, met een lage opkomst bij verkiezingen en wantrouwen in de politiek.
(e) Een bedroevend laag niveau van het oplossend vermogen van de overheid. Hovens beschrijft dit aan de hand van voorbeelden uit diverse sectoren en sluit dat af met de vraag waarom de overheid niet in staat is maatschappelijke problemen effectief aan te pakken en op te lossen.
(f) Het antwoord op die vraag formuleert hij als ‘Het systeem blokkeert het vermogen om te leren en te veranderen’. In deze passage ligt een hechte verbinding met mijn werk dat gedurende mijn hele loopbaan is gewijd aan beleids- en systeemanalyses van het disfunctioneren van de Tweede Kamer, alsook aan het later te beschrijven boek van Ingo Piepers die met concepten uit systeemtheorie duidelijk maakt waarom en hoe een nieuwe en duurzame internationale orde kan, moet en zal ontstaan.
(g) Waarna hij dat hoofdstuk afsluit met ‘Het moet anders, omdat het moet en omdat het kan’.
Volkssoevereiniteit en Sociaal Contract
Met het vorige punt (g) introduceert Hovens zijn gedachten over Volkssoevereiniteit en Sociaal Contract. Hiermee betreedt hij het domein van Jean-Jacques Rousseau. Die hield zich in de tweede helft van de 18e eeuw, zowel als politiek filosoof als rechtsfilosoof, bezig met recht en moraal. Hij schreef uitgebreid over politieke theorie, sociale contracten, vrijheid en gelijkheid, en was een belangrijke denker tijdens de Verlichting. Zijn ideeën hebben een grote invloed gehad op de ontwikkeling van moderne Politieke filosofie en Rechtstheorie.
Dit is bekende stof. Minder bekend is Rousseaus betrokkenheid bij de compositie van de eerste grondwet in Europa, in Corsica. Hij hielp President Paolo Pasquale met het formuleren van een grondwet nadat Corsica zich in 1755 had bevrijd van de Genuese overheersing. Pasquale vroeg Rousseaus hulp voor een concrete grondwettelijke toepassing van diens gedachtengoed. De onafhankelijkheid was echter slechts van korte duur. In 1768 nam Frankrijk Corsica in bezit, iets waar waarschijnlijk alleen de Corsicaan Napoleon Bonaparte van profiteerde door zichzelf later te kronen als Keizer van Frankrijk. De roep om een onafhankelijk, soeverein Corsica bestaat nog steeds. Dit terzijde.
In zijn bekendste werk, ‘Du Contrat Social’ (‘Het Maatschappelijk Verdrag’) uit 1762 legt Rousseau zijn politieke opvattingen uit over de grondslag van legitimiteit van overheden en de aard van de relatie tussen burgers en hun regering. Hij introduceerde het idee van het ‘algemeen belang’ als basis voor politieke soevereiniteit.
Ik zie het als een grote verdienste van Hovens dat hij erin slaagt om aan dat monumentale begrip ‘contract social’ een formidabel nieuw element toe te voegen. Hij toont dat echter pas in het laatste hoofdstuk Epiloog, met een tekening die ik hier inleid en daarna toon:
(a) Hij zet op een horizontale as, tegenover elkaar, de Systeemwereld van de overheid en de Leefwereld van de burgers.
(b) In het midden van die as verbindt hij met het begrip ‘SamenWereld’ (in mijn ogen dus het geheel van Instituties) de balans tussen beide Werelden. Balans gerealiseerd door de SamenWereld - in de zin van afwezigheid van enige overheersing van de ene wereld over de andere. Zo ontstaat een Sociaal Contract, in die zin dat een ‘contract’ altijd betekent dat beide partijen een gelijk deel van de overeenkomst krijgen.
(c) Vervolgens zet hij – op basis van uitgebreide betogen over het verschil tussen, en de verantwoordelijkheden van, ‘Kiezer’ en ‘Gekozene’ – op een verticale as de Kiezer en de Gekozene over het middelpunt van de horizontale as waardoor het begrip ‘SamenWereld’ ook als balans dient tussen ‘Kiezer ‘en ‘Gekozene’. Daarmee ontstaat een Moreel Contract, waarbij wederom de SamenWereld voor de balans zorgt.
(d) Kortom, het begrip ‘Samenwereld’ (nogmaals, in mijn visie het geheel van door grondplicht-gedreven Instituties) als het kruispunt van individuele en collectieve contracten.
Met deze bijzondere filosofische toevoeging aan het ‘Huis van Thorbecke’, via het denkwerk van Rousseau, sluit Hovens aan bij de opvattingen over moraliteit die u kunt vinden in het boek van Tonnaer en dat van mij.
Ik weersta de verleiding om door te gaan met een uitgebreide toelichting op het werk van Hovens. Het zou nog vele pagina’s beslaan. Laat mij volstaan met een korte opsomming van Hovens’ aanbevelingen voor de drastische verbouwing van het ‘Huis van Thorbecke’:
(a) Neem de Trias Politica serieus, onder meer door de wetgevende macht geheel en al neer te leggen bij de volksvertegenwoordiging. Inclusief een ‘leger’ wetgevingsjuristen. Dus de Regering uitsluitend belasten met uitvoering en niet langer met voorbereiden van wetgeving. Deze aanbeveling houdt in dat Artikel 81 Grondwet moet worden aangepast.
(b) Vestig een Constitutioneel Hof. Dat is een Hof dat wetten aan de Grondwet mag toetsen. Consequentie: schrappen van Artikel 120 Grondwet en in de Grondwet een nieuw artikel inzake het Constitutioneel Hof opnemen.
(c) De consequentie van zo’n stap is het afschaffen van de Bestuursrechtspraak bij de Raad van State en deze overhevelen naar de gewone rechterlijke macht. Dat vereist aanpassing van Artikel 73 Grondwet.
(d) Maak een Preambule bij de Grondwet en laat die door het volk ratificeren. Een Preambule is in wezen de Considerans van de Grondwet. Die ontbreekt nu.
(e) Verleg de extreme macht van het bestuur – het Kabinet/de Regering – naar de vertegenwoordiging van het volk. Doe dat door wijziging van Artikel 51 Grondwet door te bepalen dat de Tweede Kamer wordt verdubbeld naar 300 leden en de Eerste Kamer naar 150.
(f) Hou op met het ‘tweepartijenstelsel’ – coalitie en oppositie - in de Tweede Kamer en maak de Kamer ondeelbaar in zijn opdracht om het gehele Nederlandse volk te vertegenwoordigen.
(g) Vervang het Regeerakkoord door een Samenlevingsagenda. Die agenda is het domein en politieke gedachtegoed van de Tweede Kamer. En is leidend voor de nieuwe bestuursperiode die tot het domein van het Kabinet hoort. Consequentie is om na verkiezingen eerst een Samenlevingsagenda te formuleren. Door de Tweede Kamer zelf. Die is bepalend voor de Bestuurlijke agenda van het Kabinet.
(h) Laat de Tweede Kamer de Regering benoemen. Schrap daarom Artikel 43 Grondwet, te vervangen door een bepaling die de bevoegdheid tot benoeming en ontslag toekent aan de Staten-Generaal.
(i) Werk als Tweede Kamer samenlevensgericht met geïntegreerd werkende ‘Themacommissies’. Consequentie: afschaffen van de sectorale beleidscommissies die de leden van de Kamer opjagen in hun drang om mee te besturen, wat niet hun taak en zaak is.
(j) Laat plenaire vergaderingen van de Kamer plaatsvinden zonder leden van de Regering, met uitzondering van de begrotingsvergaderingen en wanneer de Kamer dat nodig acht in verband met zijn controlerende taken.
(k) De voorzitter van de Tweede Kamer is de eerste burger van het land en spreekt in die hoedanigheid maandelijks met de media over het werk van de Kamer. De Premier mag daar als gast bij zijn.
(l) Wanneer er een vertrouwensbreuk ontstaat tussen het Kabinet en de Kamer ontslaat die de leden van het Kabinet en formeert een nieuw Kabinet zonder tussenkomst van verkiezingen. Deze aanbeveling is een logisch gevolg van wat Hovens eerder formuleert in de zin van het opheffen van het ‘tweepartijenstelsel’ in de Kamer: coalitie en oppositie.
(m) Adviescolleges worden gericht aan de Tweede Kamer. Niet aan de Regering. Die heeft met de ministeries en deskundige ambtenaren voldoende kennis in huis. Persoonlijk vind ik het een historische fout dat de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid gericht is aan de Regering. Dat had de Tweede Kamer moeten zijn, maar die discussie hebben we in de jaren zeventig verloren.
(n) Leden van de Eerste Kamer worden benoemd vanuit de gemeenten. Dat vereist aanpassing van de Kieswet waardoor gemeenteraden uit hun midden leden voor de Eerste Kamer kiezen.
(o) De Eerste Kamer ziet toe op rechtvaardige wetgeving door het instellen van een Vaste Commissie voor de rechtvaardigheid. Zie hier weer een directe verbinding met het werk van Tonnaer en van mij.
(p) Nu volgt een aantal aanbevelingen om de gedecentraliseerde staatsstructuur op de schop te nemen. De eerste luidt: ‘De staatsstructuur krijgt een federaal karakter’. Als voormalig President van de Federal Alliance of European Federalists (2018-2023) ga ik bij deze aanbeveling rechtop zitten. Hovens heeft zich verdiept in het werk van Johannes Althusius, Duits rechtsfilosoof, die in 1602, als een uitwerking van het democratiebegrip van Aristoteles de bouwstenen van federale staatsvorming heeft ontworpen. Althusius’ gedachtegoed werd omarmd door Willem van Oranje. De kern van deze aanbeveling is dat je een staat niet van bovenaf, maar van onderop, uit de gelaagde samenleving moet opbouwen. Straks, bij de bespreking van Piepers’ boek (Aanval (3c)) komt het denken in termen van federale staatsvorming weer uitdrukkelijk aan de orde.
(q) Zeer kort citeer ik de andere aanbevelingen om de staatsstructuur op de schop te nemen:
De overheid faciliteert gemeenschappen om te zorgen voor hun eigen leefbaarheid.
Gemeenten worden materieel echt de eerste overheid.
De Rijksoverheid is zelf verantwoordelijk voor de uitvoering van haar beleid.
De band tussen kiezer en gekozene wordt aanzienlijk steviger.
Gekozenen leggen de eed of belofte af richting het volk.
De band tussen kiezers en gekozenen geldt voor de hele periode van vier jaar.
Volksvertegenwoordigers dienen alleen het Algemeen Belang.
Een of meerdere Tweede Kamerleden krijgen mogelijk meer stemmen in het parlement.
Het stemmen bij volmacht wordt afgeschaft.
Kinderen krijgen ook stemrecht.
(r) Politieke partijen zijn de verbindingsschakel[2] tussen de leefwereld en de systeemwereld:
Politieke partijen weten meer mensen aan zich te binden.
Politieke partijen zorgen voor de beste mensen op politieke en bestuurlijke functies.
Politieke en bestuurlijke functies worden fulltime ingevuld.
Politieke partijen zorgen voor thematische en heldere verkiezingsprogramma’s.
(s) Het probleemoplossend vermogen van de overheid neemt toe:
Het gebruik van de Methode Samenlevingsbeleid is ingeburgerd.
Het Ketenmodel krijgt een serieuze plaats in beleidsprocessen.
Hoe het geloof in de politiek en het vertrouwen in de overheid terugkeren.
De uitvoering van Hovens’ aanbevelingen leveren een fundamentele, structurele, gedurfde en onorthodoxe vernieuwing van het ‘Huis van Thorbecke’. Een totale vernieuwing van de staatkundige positie en werkwijze van de Tweede Kamer. Samen met de institutionele toepassing van Tonnaers werk ontstaat dan een politiek systeem dat er weer zo’n honderd jaar tegen kan.
mr. dr. Leo Klinkers
Bestuurskundig adviseur
21 mei 2024
[2] Hier wijk ik af van Hovens’ standpunt dat politieke partijen de SamenWereld vertegenwoordigen. Zij vormen een zeer klein deel van de SamenWereld en zijn op sterven na dood. Zij vertegenwoordigen slechts circa 300.000 partijgebonden burgers. De Instituties daarentegen, zoals in stelling gebracht bij de bespreking van Tonnaers boek (Aanval 2a), omvatten de totale samenleving en kunnen – als ze hun grondplicht in dezen begrijpen – model staan voor het concept SamenWereld dat de verbindende schakel is tussen de Systeemwereld en de Leefwereld. In Aanval (3) kom ik terug op de rol en positie van de politieke partijen binnen die verbindende schakel.
Коментари